2013-01-22

Fyra

Fyra proefrit in Mechelen
De nieuwe Fyra-trein tussen Brussel en Amsterdam blijft voor beroering zorgen. Niet enkel de technische problemen waarmee de treinstellen te kampen hebben en waardoor ze voorlopig zelfs buiten dienst werden gesteld, maar ook en vooral het concept van de aangeboden dienst. Een weinig flexibele (verplichte reservering) en dure verbinding, die bovendien niet tegemoet komt aan de vervoersbehoeften vanuit Noord-Brabant of Den Haag, die hun rechtstreekse verbinding met België verliezen.
Het geheel kadert in een business-model van treinen met globale prijs, waarbij gebruik wordt gemaakt van een complex tariefmodel gebaseerd op yield management. Andere hogesnelheidstreinen zoals Thalys of Eurostar zijn in hetzelfde bedje ziek. Voor wat in feite een interregionale verbinding is (de afstand Antwerpen-Rotterdam is te vergelijken met Brussel-Luik) is een dergelijk systeem hoegenaamd niet gebruiksvriendelijk.
Dat het ook anders kan bewijzen de Duitse spoorwegen met hun (kwalitatief overigens zeer goede) ICE dienst. Deze biedt zowel flexibiliteit aan standaard tarief als voordeelformules met treinbinding, en is veel soepeler dan het Franse systeem met globale prijs.
Het "Europese beleid" terzake is erop gericht een vrije marktwerking te bevorderen. De open concurrentie zou ertoe moeten leiden dat aan de reiziger een betere dienst aan lagere prijs wordt aangeboden. In de praktijk is hier weinig van te merken daar het internationaal reizigersvervoer er globaal op achteruit gaat, vooral waar het om lokale verbindingen gaat.
Indien "Europa" werkelijk een performante open aanbod wil mogelijk maken, toegankelijk voor alle belangstellende operatoren, is het aangewezen om een objectief kader te creëren dat gericht is op de reiziger:
  • Het basistarief voor internationale vervoerbewijzen is het internationaal overeengekomen TCV-tarief
  • Elke operator is verplicht TCV-biljetten te aanvaarden op alle diensten
  • Op bepaalde treinen mag een toeslag op dit tarief worden opgelegd; deze houdt de plaatsreservering in en is beperkt tot een vastgesteld bedrag (bijvoorbeeld €25 in eerste klasse en €15 in tweede klasse)
  • Op nachttreinen geldt er een vastgestelde toeslag in functie van het type accomodatie (slaap- of ligrijtuig)
  • Het staat elke operator vrij om bijzondere vervoerbewijzen aan te bieden met treinbinding, aan het promotietarief dat hem past
Een dergelijke regeling zal een maximale transparantie bieden aan de reiziger, die aldus geen speelbal wordt van de marketing.

Labels: