Gloeilampen
In het kader van de beperking van het energieverbruik en de CO2 problematiek wil men in Australië tegen 2010 het gebruik van gloeilampen verbieden. In Europa gaan stemmen op voor gelijkaardige maatregelen.
Het vervangen van gloeilampen door energiezuinigere lampen, zoals de compacte fluorescentielampen (spaarlampen) is inderdaad een stap in het verwezenlijken van energiebesparingen. De spaarlampen hebben ondertussen een groot deel van de markt ingenomen: voor een frequent gebruikte lamp laten zij inderdaad een behoorlijke energie- en kostenbesparing toe: nemen we bijvoorbeeld een brandduur van ongeveer drie uur per dag (afgerond 1000 uur per jaar) over een periode van vijf jaar gerekend, met een elektriciteitsprijs van € 0,10 per kWh:
De potentiële besparing door het gebruik van compacte fluorescentielampen is dus duidelijk.
Men moet echter in ogenschouw nemen dat voor sommige toepassingen gloeilampen nog wel aangewezen kunnen zijn: in elk gebouw, residentieel of industrieel, zijn er immers lokalen, zoals bergruimten, kelders en dergelijke, die slechts zeer sporadisch verlicht moeten worden. Bekijken we bovenstaande gegevens nogmaals voor een bedrijfsduur van drie minuten per dag (afgerond twintig uur per jaar) over vijf jaar.
De kortere levensduur van de gloeilamp is hier geen nadeel meer (de termijn zou gerust van vijf jaar naar twintig jaar of meer kunnen worden verlengd), en door de geringe benutting is de energiewinst onvoldoende om de spaarlamp te verantwoorden. De geringe benuttiging leidt tot een gering totaal energieverbruik en een te verwaarlozen milieuvoordeel.
Het milieu aspect van de spaarlamp moet overigens niet enkel in het kader van het energieverbruik worden gezien: spaarlampen zijn veel complexer dan gloeilampen; zin bevatten niet gewoon een gloeidraad, maar componenten zoals een elektronisch voorschakelapparaat en een fluorescentiebuis met fosforescentiepoeder.
Dit zou moeten het onderwerp vormen van een volledige levenscyclusanalyse (LCA) die rekening houdt met de gebruikte grondstoffen, de productie, het gebruik, de recyclage en het afval. Slechts op deze manier kan voor elke toepassing het meest gunstige alternatief worden geïdentificeerd.
Een eenzijdig verbod op gloeilampen is dan ook te beschouwen als een typisch voorbeeld van regelneverij die de burger eens te meer reduceert tot een consument, die slechts toegang heeft tot wat de uitvoerende macht en de marketing voor hem hebben beslist. In het algemeen kan gesteld worden dat door zulk beleid de maatschappelijke conditie van de intellectueel in ernstige mate wordt gecompromitteerd.
Het vervangen van gloeilampen door energiezuinigere lampen, zoals de compacte fluorescentielampen (spaarlampen) is inderdaad een stap in het verwezenlijken van energiebesparingen. De spaarlampen hebben ondertussen een groot deel van de markt ingenomen: voor een frequent gebruikte lamp laten zij inderdaad een behoorlijke energie- en kostenbesparing toe: nemen we bijvoorbeeld een brandduur van ongeveer drie uur per dag (afgerond 1000 uur per jaar) over een periode van vijf jaar gerekend, met een elektriciteitsprijs van € 0,10 per kWh:
Gloeilamp | Compacte fluorescentielamp | |
Levensduur | 1000 h | 5000 h |
Vermogen | 100 W | 20 W |
Kostprijs lamp | € 0,50 | € 8,00 |
Lampenkost | € 2,50 | € 8,00 |
Verbruik | 500 kWh | 100 kWh |
Energiekost | € 50,00 | € 10,00 |
Totale kostprijs | € 52,50 | € 18,00 |
De potentiële besparing door het gebruik van compacte fluorescentielampen is dus duidelijk.
Men moet echter in ogenschouw nemen dat voor sommige toepassingen gloeilampen nog wel aangewezen kunnen zijn: in elk gebouw, residentieel of industrieel, zijn er immers lokalen, zoals bergruimten, kelders en dergelijke, die slechts zeer sporadisch verlicht moeten worden. Bekijken we bovenstaande gegevens nogmaals voor een bedrijfsduur van drie minuten per dag (afgerond twintig uur per jaar) over vijf jaar.
Gloeilamp | Compacte fluorescentielamp | |
Vermogen | 100 W | 20 W |
Lampenkost | € 0,50 | € 8,00 |
Verbruik | 10 kWh | 2 kWh |
Energiekost | € 1,00 | € 0,20 |
Totale kostprijs | € 1,50 | € 8,20 |
De kortere levensduur van de gloeilamp is hier geen nadeel meer (de termijn zou gerust van vijf jaar naar twintig jaar of meer kunnen worden verlengd), en door de geringe benutting is de energiewinst onvoldoende om de spaarlamp te verantwoorden. De geringe benuttiging leidt tot een gering totaal energieverbruik en een te verwaarlozen milieuvoordeel.
Het milieu aspect van de spaarlamp moet overigens niet enkel in het kader van het energieverbruik worden gezien: spaarlampen zijn veel complexer dan gloeilampen; zin bevatten niet gewoon een gloeidraad, maar componenten zoals een elektronisch voorschakelapparaat en een fluorescentiebuis met fosforescentiepoeder.
Dit zou moeten het onderwerp vormen van een volledige levenscyclusanalyse (LCA) die rekening houdt met de gebruikte grondstoffen, de productie, het gebruik, de recyclage en het afval. Slechts op deze manier kan voor elke toepassing het meest gunstige alternatief worden geïdentificeerd.
Een eenzijdig verbod op gloeilampen is dan ook te beschouwen als een typisch voorbeeld van regelneverij die de burger eens te meer reduceert tot een consument, die slechts toegang heeft tot wat de uitvoerende macht en de marketing voor hem hebben beslist. In het algemeen kan gesteld worden dat door zulk beleid de maatschappelijke conditie van de intellectueel in ernstige mate wordt gecompromitteerd.
Labels: elektriciteit